Rechters in Saarland klagen het Constitutionele Hof aan tegen de lage salarissen
58 rechters en openbare aanklagers uit Saarland hebben een klacht ingediend bij het Federale Constitutionele Hof tegen hun lage salarissen.

Rechters in Saarland klagen het Constitutionele Hof aan tegen de lage salarissen
Op 16 juli 2025 dienden 58 rechters en openbare aanklagers uit Saarland hun klacht in bij het Federale Constitutionele Hof om de volgens hen ontoereikende salarissen aan te vechten. Deze klacht dateert van april 2025 en heeft betrekking op het laagste salarisniveau R1. De advocaten van de eiser bekritiseren een wet die in april 2024 door het deelstaatparlement is aangenomen. Deze wet past de salarissen van Saarlandse ambtenaren en rechters vanaf eind 2023 aan de landelijke cao voor de openbare dienst aan.
De bepalingen van de wet voorzien in inflatiecompensatiebetalingen en salarisaanpassingen in twee stappen: een verhoging van 200 euro per maand in november 2024 en een verhoging van 5,5 procent, die begin februari 2025 van kracht werd. De rechters stellen echter dat deze aanpassingen een ongrondwettelijk behoud van rechters en aanklagers in stand houden.
Het probleem van het salaris
In hun klacht eisen de eisers een gedifferentieerd loon tussen “eenvoudige hogere en hogere ambtenaren” en rechters. Zij benadrukken dat rechters een bijzondere onafhankelijkheid hebben, die volgens de Basiswet van fundamenteel belang is. Deze onafhankelijkheid vergt een passende beloning die recht doet aan de grote verantwoordelijkheid van rechters, die diep ingrijpen in de grondrechten van burgers.
Het startsalaris van een rechter in Saarland bedraagt momenteel € 4.847,46 bruto per maand, wat in vergelijking met andere topambtenaren als ontoereikend wordt beschouwd. Zelfs na meerdere dienstjaren is het inkomen van rechters doorgaans lager dan dat van vicerectoren of hoofddirecteuren van studies. Deze situatie is bijzonder ernstig in Saarland, waar de salarissen van rechters laag zijn in vergelijking met andere deelstaten.
Constitutionele context
Met betrekking tot de rechtsgrondslag beroepen de eisers zich op het alimentatiebeginsel, dat de werkgever verplicht om rechters en officieren van justitie een passend leefbaar loon te bieden. Dit beginsel is verankerd in artikel 33, lid 5 van de Basiswet. De wetgever moet de salarissen van rechters aanpassen aan de algemene economische en financiële omstandigheden, zoals duidelijk werd gemaakt in een beslissing van het Federale Constitutionele Hof van 4 mei 2020. Volgens deze beslissing zal de herziening van de salarissen door het Constitutionele Hof slechts met voorzichtigheid worden uitgevoerd, tenzij er sprake is van duidelijke ontoereikendheid.
De rechtbank onderzoekt het salaris in twee fasen, waarbij gebruik wordt gemaakt van ten minste drie criteria om ongrondwettelijke onderbetaling vast te stellen. In het verleden werd de beloning van de groepen R1 en R2 tussen 2009 en 2015 als ontoereikend aangemerkt.
De rechters en openbare aanklagers van Saarland willen daarom dat het Federale Constitutionele Hof de R1-salarisregeling voor de jaren 2024 en 2025 ongrondwettig verklaart. Het doel is een structurele herschikking van de salarissen van rechters, die recht doet aan de eisen en verantwoordelijkheden van het rechtersambt.