Rijnland-Palts: AfD-aanvragers in ambtenarenapparaat – beoordeling van individuele gevallen gestart!

Rijnland-Palts: AfD-aanvragers in ambtenarenapparaat – beoordeling van individuele gevallen gestart!

In de toekomst plant Rijnland-Palts een gedifferentieerde beoordeling van de vraag of leden van de AfD zullen worden toegelaten tot het ambtenarenapparaat. Minister van Binnenlandse Zaken Michael Ebling (SPD) verdedigde deze aanpak en wees daarmee op de plicht van de deelstaten om hun eigen stappen te ondernemen. Dit gebeurt in een context waarin een eerdere aankondiging van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat het in het algemeen geen AfD-leden meer in dienst zou nemen, voor verwarring zorgde. Ebling geeft toe dat het communicatiebeleid van de staat voor verwarring heeft gezorgd over de nieuwe regelgeving en kondigt aan dat de staat geen algemene verboden zal invoeren voor AfD-kandidaten, wat de kritiek op de maatregel enigszins zou moeten bezweren.

De nieuwe administratieve regelgeving in Rijnland-Palts voorziet nu in een beoordeling per geval. Toekomstige aanvragers moeten verklaren dat ze niet tot een extremistische organisatie behoren. Ebling benadrukt dat het lidmaatschap van de AfD kan worden gezien als een indicatie van een gebrek aan loyaliteit aan de grondwet. Twijfels over de grondwettigheid van aanvragers worden als problematisch beschouwd, wat ook is bekritiseerd door verschillende constitutionele advocaten die de algemene aanpak als illegaal classificeren.

Landelijke aanpak en werk van de ministers van Binnenlandse Zaken

Op federaal niveau zijn de federale en deelstaatministers van Binnenlandse Zaken overeengekomen een werkgroep te vormen om een ​​uniforme aanpak te ontwikkelen. Deze groep zal zich bezighouden met onderwerpen als dienstrecht, wapenbezit en veiligheidscontroles, waarbij de classificatie van de AfD door het Federale Bureau voor de Bescherming van de Grondwet een centrale rol speelt. Federaal minister van Binnenlandse Zaken Alexander Dobrindt merkte op dat een mogelijke classificatie van de AfD als rechts-extremistisch wordt overwogen. Er is echter geen voorziening voor een algemene uitsluiting van arbeid wegens partijlidmaatschap; in plaats daarvan moet een gedetailleerde individuele beoordeling plaatsvinden.

In verschillende deelstaten, waaronder Saksen en Sleeswijk-Holstein, wordt al een streng ledenonderzoek uitgevoerd. Saksen heeft de AfD geclassificeerd als rechts-extremistisch, wat relevante twijfels doet rijzen over haar loyaliteit aan de grondwet. In Sleeswijk-Holstein wordt een standaardvraag aan het Bureau voor de Bescherming van de Grondwet ingediend voordat er personeel wordt aangenomen, terwijl Brandenburg sinds vorig jaar soortgelijke maatregelen toepast. Nedersaksen overweegt ook de invoering van een vragenlijst over het lidmaatschap van extremistische organisaties. Interessant genoeg wordt benadrukt dat lidmaatschap van de AfD niet automatisch tot afwijzing leidt; In plaats daarvan wordt elk afzonderlijk geval gedetailleerd onderzocht.

Concluderend kan worden gezegd dat de discussie over de loyaliteit van AfD-leden aan de grondwet binnen het ambtenarenapparaat steeds belangrijker wordt, niet alleen in Rijnland-Palts, maar ook landelijk. De uitdagingen die gepaard gaan met het lidmaatschap van een partij die als extremistisch wordt geclassificeerd, roepen fundamentele vragen op over de integriteit van de openbare dienstverlening.

Wereld En Tijd verslag doen van de ontwikkelingen op dit gevoelige terrein van de politieke discussie.