Strikte oordelen: GDPR springt voor de rechter – wat betekent dit voor aanvragers?

Strikte oordelen: GDPR springt voor de rechter – wat betekent dit voor aanvragers?

Met haar uitspraak van 5 juni 2025 heeft de Federale Arbeidsrechtbank (BAG) het fenomeen ‘GDPR-hopping’ duidelijk afgewezen. Dit is een nieuwe bedrijfspraktijk als onderdeel van het sollicitatieproces, waarbij sollicitanten zonder serieuze interesse in een functie kijken of zij juridische claims tegen bedrijven kunnen doen gelden. De eiser in deze zaak, bekend van talrijke schadevergoedingsprocedures op grond van de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AGG), wordt door deskundigen al de “AGG-hopper” genoemd. Deze praktijk zou zich nu kunnen uitstrekken tot de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), omdat aanvragers, net als bij AGG-hoppen, ook proberen te profiteren van vermeende niet-naleving door werkgevers op het gebied van gegevensbescherming.

De kern van het BAG-arrest is de bevinding dat fouten in het selectieproces waarvan wordt beweerd dat ze in strijd zijn met de AVG, geen oorzaak zijn voor schade veroorzaakt door niet-werk. De rechtbank maakte ook duidelijk dat schadevergoeding gebaseerd op het niet in dienst zijn van een ongeschikte sollicitant doorgaans geen vordering tot schadevergoeding vormt op grond van artikel 82 I van de AVG. De hangende kwestie benadrukt de moeilijkheden die werkgevers tegenwoordig hebben om zichzelf tegen dergelijke claims te beschermen.

Uitdagingen bij het springen op het gebied van gegevensbescherming

Het fenomeen ‘data protection hopping’, vergelijkbaar met AGG-hopping, stelt bedrijven voor nieuwe uitdagingen. Sollicitanten die naar een baan solliciteren, maken gebruik van het wettelijke recht op informatie en schadeclaims na een mislukte sollicitatie om mogelijke beschuldigingen van discriminatie aan de orde te stellen. Deze omvatten functies zoals massasollicitaties en het indienen van gestandaardiseerde documenten of sollicitaties voor onrealistische functies. Deze tactieken zijn bedoeld om vacatures te identificeren die mogelijk tot discriminatie leiden.

Bedrijven reageren op dit gedrag door strategieën te ontwikkelen om hun aanvalsoppervlak te minimaliseren. Deze omvatten de vermindering van het aantal vacatures en het gebruik van gestandaardiseerde afwijzingsformulieren, terwijl de arbeidsrechtbanken AGG-hoppen nu als misbruik van de wet erkennen. In dergelijke gevallen is de werkgever verplicht te bewijzen dat de aanvraag niet uit oprecht belang is gedaan.

De juridische implicaties

Een interessant voorbeeld van de juridische implicaties van dit probleem vond al plaats in 2023: Een aanvrager vroeg informatie over de verwerkte gegevens met betrekking tot een aanvraag uit 2017. Nadat het bedrijf niet tijdig had gereageerd, heeft de aanvrager een schadevergoeding gevorderd en 750 euro ontvangen als compensatie voor de vertraagde informatie. Deze ontwikkelingen laten zien dat bedrijven verzoeken om informatie serieus moeten nemen en snel moeten reageren om schadeclaims te voorkomen.

Een ander belangrijk aspect zijn de juridische geschillen rond de toelaatbaarheid van bedrijven die informatie inwinnen. Zo oordeelde de Regionale Arbeidsrechtbank van Hamm in één zaak dat het gebruik van algemeen toegankelijke bronnen om informatie te verkrijgen legaal is als de verdachte bewijs wil leveren van mogelijk misbruik van de wet. Het blijft echter onduidelijk hoe de gegevensbeschermingsbeoordeling zich in de toekomst zal ontwikkelen en of de Federale Arbeidsrechtbank hier misschien een ander standpunt inneemt.

Deze constellaties rond het onderwerp gegevensbeschermingshopping en AGG-hopping roepen belangrijke sociale en juridische vragen op. Ze onderstrepen de noodzaak voor bedrijven om enerzijds te voldoen aan de toepasselijke regelgeving inzake gegevensbescherming en anderzijds te zorgen voor een eerlijk en transparant aanvraagproces.

Voor meer informatie en diepere inzichten in het onderwerp kunt u de artikelen bezoeken beck.de, rbl-arbeitsrecht.de En datenschutz-notizen.de bezoek.