Harde lijn tegen vijanden van de grondwet: Rijnland-Palts is van plan uit te sluiten!

Harde lijn tegen vijanden van de grondwet: Rijnland-Palts is van plan uit te sluiten!

Het deelstaatparlement van Rijnland-Palts plant een consistente aanpak tegen anticonstitutionele medewerkers van parlementsleden en fracties. Tijdens een cruciale sessie zal president Hendrik Hering van het staatsparlement details presenteren van een nieuw wetsvoorstel dat mogelijk de eerste wet van een Duits staatsparlement zou kunnen zijn die dergelijke werknemers uitsluit van staatsfinanciering. De onderzoeksdienst van het Parlement heeft de mogelijkheden voor de uitvoering van dit plan al onderzocht.

De juridische situatie wordt momenteel bepaald door de parlementaire fractiewet en de parlementaire fractiewet. Deze regelen de staatsmiddelen voor fracties en parlementsleden, die een basisbedrag van 70.025 euro per maand ontvangen. Daarnaast worden er verhogingen beschikbaar gesteld voor leden en gelden voor onderzoekscommissies. Kamerleden treden op als werkgever en krijgen steun voor de salarissen van werknemers tot een maximum van 4.619,10 euro per maand. De geplande wetswijziging bepaalt dat er geen vergoedingen meer worden verleend aan parlementsleden voor medewerkers die in strijd zijn met de grondwet. In dergelijke gevallen zouden ook de middelen van de parlementaire fracties kunnen worden verlaagd.

Veranderingen en uitdagingen

De vraag of de voorgestelde wet een meerderheid zal vinden in het deelstaatparlement blijft onzeker. Een belangrijke stap werd gezet in juni 2024 toen de huisregels van het deelstaatparlement werden herzien om antecedentenonderzoek in te voeren voor werknemers met toegang tot gevoelige gebieden. Deze controles worden uitgevoerd met de steun van de staatsrecherche om het staatsparlement te beschermen tegen vijanden van de democratie.

Een blik op de landelijke discussie over de uitsluiting van anticonstitutionele partijen laat zien dat soortgelijke overwegingen op hoger niveau al worden gemaakt. Op 23 januari 2024 besloot het Federale Constitutionele Hof de NPD (nu “Die Heimat”) voor zes jaar uit te sluiten van financiering door staatspartijen. Deze uitspraak werd uitgevaardigd als een directe reactie op de mislukte NPD-verbodsprocedure in 2017 en specificeerde de vereisten voor een uitsluiting van financiering.

Relevantie voor de AfD

De BVerfG benadrukte dat uitsluiting van partijfinanciering als een mildere maatregel wordt beschouwd vergeleken met een feestverbod. De Beierse premier Markus Söder beschreef de NPD-uitspraak als een “blauwdruk” voor een mogelijke toekomst voor de AfD. Er wordt aangenomen dat als de AfD de drempel van ‘potentieel’ overschrijdt, deze op dezelfde manier kan worden uitgesloten. Uit politieke overwegingen blijkt dat veel politieke actoren uitsluiting van partijfinanciering als een betere optie beschouwen dan een partijverbod.

De initiatieven in Rijnland-Palts zouden daarom deel kunnen uitmaken van een groter raamwerk waarin de uitsluiting van anti-constitutionele actoren, zowel op individueel als op partijpolitiek niveau, wordt gezien als een essentieel instrument van de defensieve democratie. Uitsluiting van overheidsfinanciering heeft het potentieel om een ​​preventief effect op het politieke landschap te hebben en de bescherming van democratische waarden te versterken.

Over het geheel genomen laten de ontwikkelingen zien dat het staatsparlement vastbesloten is proactieve stappen te ondernemen om de integriteit van de democratische instellingen te behouden en dat anti-constitutionele inspanningen moeten worden bestreden met beslissende maatregelen. De discussie over dergelijke wetten is momenteel actueler dan ooit, vooral als het gaat om de uitspraken en uitspraken van het Federale Constitutionele Hof en de daarmee samenhangende politieke implicaties voor partijen als de AfD.

Voor meer informatie over de geplande maatregelen in het deelstaatparlement van Rijnland-Palts kunt u terecht op n-tv. Informatie over de landelijke regelgeving vindt u op Grondwetblog.